Op woensdag 17 februari en woensdag 23 maart zal onze voorzitter Carlo Jenniskens zal een lezing in twee delen houden met als onderwerp:
“Afstandsmetingen in het Heelal”
De spreker geeft zelf de volgende samenvatting van zijn voordracht:
De lezing over de historie van afstandsmeting in het heelal is een keer ontstaan tijdens een rekenles voor groep 8 van de basisschool. Je kan met eenvoudige berekeningen en gebruikmaken van basis kennis van de hemellichamen al een behoorlijk beeld krijgen van de afstanden binnen ons zonnestelsel. Met eenvoudige geometrie kan men ook afstanden bepalen van sterren.
In deze voordracht ga ik meer in op de historie en de personen die ultieme bewijzen hebben aangedragen om te komen tot een goed beeld van de astronomische afstanden.
Onze historische reis begint bij Plato die aan de hand van de omloopstijden van de 5 planeten de planeet volgorde en ook de relatieve afstand kon bepalen.
Vele Griekse geleerden deden pogingen om afstanden van Maan en Zon te bepalen. Eratosthenes van Syene berekende de aardomtrek en kwam het nauwkeurigst uit . Hipparchus gebruikte de driehoek methode met de Aard diameter als basis. Vele West Europese geleerden zoals Copernicus, Kepler en vele anderen hebben bijgedragen aan de afstandmeting binnen ons zonnestelsel. De Engelse astronoom Horrocks bepaalde als eerste via een Venus overgang de zonneparallax en daarmee was de afstand tot de zon en de afstanden van de toen gekende planeten bekend.
Edmond Halley was de grondlegger van de ster parallax meting. De Duitse astronoom Bessel bepaalde van 3000 sterren al hun afstand. Via de Astrofysica is het afstand meten van sterren verder gekomen. Vele Nederlandse astronomen zoals Jan Kapteijn en Jan Oort hebben aan de wieg gestaan bij het bepalen van de afstanden van onze Melkweg. Door de jaren heen zijn door verschillende astronomen correcties aangebracht bij afstandmeting van onze zonnestelsel hemellichamen.
Voor de kosmologische afstanden historie verlaten we Europa en moeten we de astronomen zoeken in de V.S. Harlow Shapley en Edwin Hubble waren de grondleggers in afstandmeting buiten onze Melkweg. Hoewel de Nederlandse astronoom Maarten Schmidt als eerste de roodverschuiving mat van een quasar 3 C 273 in Virgo met een afstand van 1,3 miljard Lichtjaar.
De lezing zal niet alleen gaan over het benoemen van de astronomen die bijgedragen hebben aan de afstandmeting, maar ik zal ook kort aangeven welke bewijzen en theorieën de astronomen hebben gebruikt. De wetten van Kelper en Newton, het Hertzsprung-Russell diagram de Periode-lichtkracht relatie en interferometrie methode, roodverschuiving en Hubble constante komen aan bod.
Carlo Jenniskens is optometrist en daarnaast voorzitter van de KNVWS West-Brabant.
- Locatie: Boerderij Wolfslaar, Wolfslaardreef 95 te Breda
- Wanneer: woensdag 17 februari en 23 maart, vanaf 20:00 uur
- Toegang: niet-leden € 2,50, vooraf aanmelden op info@knvws-west-brabant.nl